Skip to main content
Uncategorized

JA!…..zeiden de beide inspecteurs.

By januari 15, 20162 Comments

‘Kunnen jullie ons ervan overtuigen dat jullie op Agora de goeie dingen voor leerlingen doen?’ Dat was de startvraag waarop de beide inspecteurs antwoord wilden geven aan het eind van hun kwaliteitsonderzoek op 2 december jl. Ik ben overtuigd van de rijkdom en kracht van het Agora concept, toch voelde het als een dag van de waarheid.

Nog even in het kort: alles draait om het samenspel tussen leraar en leerling. Die twee maken onderwijs op Agora. Daarin zijn ze afwisselend elkaars volger of leider, afhankelijk van de wijsheid van de leraar en de mate van zelfvertrouwen van de leerling. Kennis is er niet het startpunt, maar het resultaat van onderzoek door kinderen. Zo’n onderzoek start met de verwondering over iets in de wereld en de vraag die zo’n wondermoment steevast oproept. Daar hebben we geen lesmethodes, lokalen, roosters en toetsen bij nodig. Alleen kinderen die stuk voor stuk willen en kunnen leren. En leraren die heilig in die leerkracht in elk kind geloven. Op Agora gaat het niet zozeer om wat kinderen leren, maar vooral dat ze leren.

De inspecteurs wisten op voorhand dat ze die dag iets gingen onderzoeken dat weliswaar geheel binnen wet- en regelgeving wordt uitgevoerd, maar in alles het vertrouwde heeft losgelaten. Daarom hadden ze het beoordelingskader met de vaste set indicatoren thuis gelaten en dat verdient een compliment! Hun startvraag was leidend en wat een mooie vraag is dat.

Ze hebben meegedraaid op Agora en met leerlingen, ouders, leraren en directie gesproken. Leraren werden uitgedaagd om te laten zien hoe ze weten wat ze doen en behoren te doen om de groei en ontwikkeling van ieder kind te waarborgen. De leeropbrengsten, de mate van persoons- en cognitieve ontwikkeling bij kinderen, de inrichting van de kwaliteitszorg en het respecteren van onderwijstijd en wet- en regelgeving stonden eveneens op het menu.

De uitslag kwam rond 17.00 uur. Die begon met een loftuiting voor het lef om tegen de gewoonte in een nieuw onderwijsconcept neer te zetten. Hun reflectie was kritisch. Hier een aantal inzichten:

  • De betrokkenheid van leraren op leerlingen is zo groot dat er een disbalans kan ontstaan tussen persoonsontwikkeling en cognitieve ontwikkeling.
  • Hou verbinding met ‘hoe het ook al weer was’ in het traditionele onderwijs. Zet af en toe een diagnostische toets in om te blijven meten met de referentiegroep die niet op Agora zit.
  • Agora vraagt veel van leraren. Ontwikkel een instrument waarin staat beschreven hoe het groeiproces van een leraar eruit kan zien.
  • Een nieuw concept is per definitie risicovol. Organiseer voldoende reflectie op wat we doen met mensen van buiten Agora.
  • Blijf scherp op het objectiveren van de leeropbrengsten.

Hun antwoord op de startvraag van die dag was een ronduit JA. Een geweldig moment! Toch was mijn allermooiste moment toen één van de inspecteurs, die in het dagelijks leven ook nog gewoon oma bleek te zijn, te kennen gaf het jammer te vinden dat er geen Agora in Lisse was voor haar kleinkinderen.

 

Jan Fasen

Author Jan Fasen

More posts by Jan Fasen

Join the discussion 2 Comments

Leave a Reply