Honden bestaan om mensen gezelschap te houden. Met een stevig fietsslot voorkom je diefstal van je fiets. Het celibaat brengt priesters dichter bij God. Van de verplichte rekentoets gaan kinderen beter rekenen. We gaan er voetstoots vanuit dat deze redeneringen kloppen. In ieder geval maken we ons niet erg druk over de juistheid ervan. Dat komt omdat we graag in oorzaak en gevolg denken, in lineaire patronen. Probleem B wordt veroorzaakt door gebeurtenis A. Dat is lekker makkelijk, iedereen snapt dat, dus is het waar. Ik heb als bouwvakker geen werk, omdat al die Polen op de bouwsteigers staan. Een geloofwaardiger alibi voor luiheid bestaat op dit moment niet.
Omdat we zo denken in het ontstaan van problemen, denken we ook zo in het oplossen ervan. En dat zien we terug in onze beleidsplannen. Lineair in de tijd geordende actielijstjes die er voor moeten zorgen dat voortijdig schoolverlaten wordt teruggedrongen. Dat meisjes kiezen voor techniek. Of zittenblijven wordt geminimaliseerd. Er gaat veel tijd en geld zitten in het maken van die plannen, het monitoren ervan, het bijstellen, het opnieuw bijstellen, het rapporteren over de opbrengsten en het PDCA denken waarbij de A van actie het sluitstuk van beleid is. We noemen dat ‘inherent aan het systeem’.
We hebben een aangeboren idee over systemen. Onvermijdelijke op zichzelf staande constructen die nergens verantwoordelijk voor zijn en niet ter verantwoording geroepen kunnen worden. Daardoor kunnen we alles wat mis gaat in de schoenen van het systeem schuiven. Het voelt vervolgens goed wanneer we de systeemfout hebben opgespoord en gesmoord in nieuwe aangepaste protocollen.
Waar al die protocollen en plannen aan voorbijgaan is het inzicht dat welk plan je ook maakt om een systeem te verbeteren, het zal niet werken. Een systeem trekt zich namelijk niks aan van plannen.
Een systeem is niet lineair. Een systeem is een levendige complexiteit van mensen en relaties tussen mensen. Voortdurend in beweging zoals een mobile, wanneer ik aan het ene touwtje trek, bewegen alle anderen mee. Dat samenspel van mensen en hun relaties laat zich niet graag managen en plannen. Ze willen hun persoonlijke talenten en passies kwijt in hun werk. Hebben uitgesproken opvattingen over hoe ze hun werk willen doen, met wie en wanneer. Voelen zich verantwoordelijker dan ooit en willen rekenschap afleggen over de resultaten ervan. In ruil daarvoor vragen ze wel vertrouwen, ruimte, inspiratie en groeimogelijkheden. Allemaal in lijn met de mores buiten die school, dat ziekenhuis of het bedrijf.
We stikken zowat in de plannen en protocollen in scholen, omdat we gewend zijn zo te werken, of omdat de inspectie ze van ons eist. Ze verstikken de actie, het doen. We durven niet gewoon te beginnen wanneer we een goed idee hebben. Terwijl in de actie nu juist de creativiteit, de ruimte en het vertrouwen schuilgaan. Gewoon eens doen zou ik zeggen. Je hebt een idee en gaat ermee aan de slag en je schrijft het pas op als het werkt, anders niet.