90% Van mijn tijd doe ik m’n stinkende best om een systeem in stand te houden waar ik eigenlijk zo snel mogelijk van af wil. Ik doe dat overigens bij volle verstand. Met passie en toewijding. Al jaren. Zó vanzelfsprekend. Niemand merkt iets van een mogelijke worsteling. Mijn meerderen vinden zelfs dat ik dit in het geheel niet onaardig doe. De 10% die overblijft kan ik werken aan gedachten en ideeën waarvan ik vind dat die pas écht smaken en morgen al het verschil kunnen maken voor onze leerlingen. Da’s toch raar. Alsof je dol bent op koffie, maar uit gewoonte altijd voor thee kiest.
90% Van mijn tijd ben ik bezig met het verstevigen van het huidige onderwijssysteem waarvan ik inmiddels weet dat het contraproductief is voor een succesvolle invoering van de opgestarte onderwijsmodernisering in mijn scholen. Hoe lang gaat dat goed? Wie gaat winnen? Het systeem of de onderwijsmodernisering? In het verleden altijd het systeem.
Volgens mijn eenvoudige analyse komt dat omdat we in scholen zo graag over de inhoud van ons werk praten. We delen met trots hoe we die en die leerling met een iets andere benadering op het nippertje zagen slagen. Hoe die nieuwe werkvorm in klas 2b er voor zorgde dat leerlingen veel gemotiveerder en doelgerichter gingen werken. Hoe die geweldige nieuwe wiskunde app helpt bij de uitleg van vergelijkingen.
We denken en spreken zelden of nooit in processen met elkaar. Vragen als welke organisatie er nodig is om de iets andere benadering van die ene leerling voor alle leerlingen te laten gelden, of welke processen we moeten inrichten waardoor we een diversiteit aan werkvormen kunnen ontwikkelen en inzetten om alle leerlingen meer te motiveren, stellen we niet. De inhoud wordt veel besproken, de organisatie om de inhoud mogelijk te maken blijft onaangeraakt. Ernst Marx heeft lang geleden al laten zien dat wanneer inhoud en organisatie niet samen optrekken de inhoud uiteindelijk sneuvelt.
Anders gezegd, we willen Spotify, maar houden vast aan de grammofoon. 90% Van onze tijd bouwen we aan het mooier en beter maken van die grammofoon en hebben niet in de gaten dat Spotify niets meer met een grammofoon te maken heeft. Spotify is onze nieuwe onderwijskundige koers. De manier waarop we het onderwijs tot nu toe organiseren is het frame waar we snel afscheid van moeten nemen om Spotify tot een succes te maken. Tot nu toe was de reflex: ‘Ach dat Spotify, altijd al gezegd dat het een slecht idee was’. Een gewaardeerd alibi voor intellectuele luiheid bij schoolleiders en bestuurders.
Onderwijs moderniseren vraagt om andere schoolorganisaties. In die erkenning en daarnaar handelen zit de ware essentie van onderwijsmodernisering. De vraag stellen hoe we omgaan met geld, mensen, gebouwen en technologie om onderwijs echt persoonlijk te maken. Want dat laatste is het Spotifymodel van de onderwijsstichting waarvoor ik werk. Leraren ontwerpen de inhoud, schoolleiders en bestuurders zorgen ervoor dat die inhoud praktijk kan worden.
Als je ooit eens een %tje tijd over hebt zou ik hier eens graag met je over gedachten wisselen.
Je bent van harte welkom Ilse 🙂
Op zich ben ik het 100% eens dat de organisatie(processen) een passend voorwaardenscheppend karakter moeten hebben; een school dient een ander doel dan een leger en dat moet op alle niveau’s consequenties hebben.
Maar zonder enige uitwerking van die gedachte blijft het allemaal nog wel erg ongrijpbaar, en wordt ook niet duidelijk wat dan achterhaald zou zijn met het risico om toch weer op veranderen om het veranderen uit te draaien.
Snap ik. Hier een voorbeeld van hoe wij dat aanpakken op dit moment. Met de vier scholen hebben we beschreven welk type leerling in 2020 onze scholen verlaat. (Dat zijn inmiddels andere beschrijvingen dan 5 jaar geleden). Die beschrijving is de basis voor de vraag: ‘hoe moet onze organisatie er dan uit zien opdat we dat ook waar kunnen maken?’ Dan zul je anders tegen financiering, faciltair management, personeelsbeleid en technologiebeleid moeten aankijken. 29 Juni gaan we dit concreet maken.