Skip to main content

Op LinkedIn kwam onderstaande kwestie voorbij:

🤹‍♀️ Hebben ouders nog wel tijd voor schoolreisjes, luizen pluizen of klaar-overen?

Verschillende onderzoeken bogen zich de afgelopen jaren over ouderparticipatie in het onderwijs. En de uitkomsten lijken te verschillen, afhankelijk van wie je ernaar vraagt.

Zo geven basisschoolleraren in een onderzoek van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) aan dat het steeds moeilijker is hulpouders te vinden. In meer dan de helft van de gevallen worden uitjes, projecten of buitenschoolse activiteiten weleens geschrapt door dit gebrek aan handjes.

🙋‍♂️ Ouders & Onderwijs ondervroeg juist ouders met schoolgaande kinderen naar hun bereidheid om te helpen. Daaruit blijkt dat de meeste ouders het normaal vinden om bij te springen: op de basisschool 72 procent en op de middelbare 59 procent. In 2024 besteedden ze hier gemiddeld zo’n 3,5 (basisonderwijs) en 2 uur (voortgezet onderwijs) per maand aan.

Vorig jaar werd er nog een initiatiefnota ingediend met als inzet de ouderbetrokkenheid op scholen te vergroten. “Niet alleen in de sportkantine of het verzorgingstehuis, maar ook in de school is het lastiger om mensen bereid te vinden een taak op zich te nemen”, schreven initiatiefnemers CDA en SGP toen.

Tegelijkertijd krijgen ouders het ook steeds drukker. Gemiddeld besteden ze in Nederland een kleine 50 uur per week aan werk- en zorgtaken, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau.

✨ Wij zijn benieuwd naar de ervaringen van leraren én ouders. Is er sprake van minder hulp en wat zijn in jouw ogen de achterliggende oorzaken? En indien nodig: wat maakt het voor ouders aantrekkelijker om de school te ondersteunen?

Mijn reactie:

Laat ik vooropstellen dat ouders vooral ouders moeten kunnen zijn en dat ze voor die rol voldoende tijd hebben. Thuis in het gezin en op al die plekken waar school niet is. Dat blijkt al best een uitdaging, want naast hun ouderrol hebben ze nog andere rollen (partner, kind, broer/zus, kostwinner, mantelzorger, trainer, vrijwilliger enz.) die eveneens concentratie en tijd vragen. Belangrijke rollen met veel betekenis voor henzelf, voor familie en voor de omgeving. Ouders vervullen met hun diversiteit aan rollen tegelijk een belangrijke voorbeeldrol voor hun kinderen. ‘Hoe ben je mens, wat vind je belangrijk en hoe verhoud je je daarbij tot jezelf en tot je omgeving?’, is een belangrijke levensvraag die zo invulling krijgt.

De toenemende druk die met al die rollen gepaard lijkt te gaan zit volgens mijn waarneming in het feit dat ouders soms wat te veel extra rollen hebben en dat een aantal van die rollen niet vrijwillig gekozen zijn. Bijvoorbeeld dat beide ouders noodgedwongen fulltime werken of dat een maar voortdurende mantelzorg de ouders, en daarmee het gezin (te) zwaar belast.

Als rollen door ouders als betekenisvol ervaren worden en bovendien vrij gekozen mogen worden is de kans groot dat ze ook gekozen zullen worden. En dat is belangrijk inzicht voor school, want ouders zijn niet verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de school. Hoe krap de bezetting van de school ook is of hoe druk de leerkrachten het ook hebben. Van ouders indirect of zelfs direct verwachten dat ze, omdat ze de ouders van de kinderen op school zijn, actief helpen en meewerken op die school lijkt me niet aan de orde. Ouders moeten vooral ouders kunnen zijn. Net zoals leerkrachten vooral leerkrachten moeten kunnen zijn op hun school en hun werk vanuit vakmanschap en teamwerk ongehinderd moeten kunnen doen.

Maar….it takes a village to raise a child! Ouders en school hebben elkaar nodig in het creëren van de best mogelijke omstandigheden en voorwaarden waarin elk kind tot optimale bloei en ontwikkeling komt. Dat is een gemeenschappelijke en sterke betrokkenheid, vanuit ieders specifieke verantwoordelijkheid en rol, bij het opgroeiende kind. In die relatie tussen school en ouders is vertrouwen het sleutelwoord. Ouders moeten er op kunnen vertrouwen dat school het goede doet voor hun kind en op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen van het kind.

Dat kun je doen met tien-minuten gesprekken. Het kan ook anders. Wij organiseren om de twee maanden zogenaamde community-avonden. Ouders komen dan naar school waar de leerlingen hun laten zien waar ze de afgelopen tijd mee bezig zijn geweest, hoe ze dat hebben aangepakt, wat ze geleerd hebben en hoe hun dat helpt om nieuwe uitdagende stappen te zetten. Soms keren we het om, dan organiseren we een omgekeerde community-avond. Die avond zijn onze leerlingen te gast en laten hun ouders zien waar ze elke dag mee bezig zijn op hun werk of thuis. Mooi om te zien is dan hoe de school zich vult met verpleegkundigen, rechters, schilders, yogadocenten, muzikanten. Hoe gepassioneerd ouders dan vertellen over hun werk en hoe trots en enthousiast leerlingen daarop reageren.

Sommige ouders beperken zich tot deze betrokkenheid. Ik ken weinig tot geen ouders die deze vorm van betrokkenheid niet willen. Andere ouders zetten een extra stap boven op deze betrokkenheid en kiezen vrijwillig voor participatie; fysiek bijdragen aan en aanwezig zijn in de school.

Bij Agorascholen moedigen we ouders aan om fysiek te participeren door hen een betekenisvolle rol te gunnen waar ze zelf voor mogen kiezen. Bijvoorbeeld door twee keer per jaar een inspiratiesessie op school te verzorgen voor de leerlingen. Die mag gaan over hun werk, hun hobbies, specifieke kennis of expertise. Ze mogen die sessie zelf geven of ze organiseren zo’n sessie die door iemand anders gegeven wordt. Zo zijn er jaren dat er voor de leerlingen zo’n 150 tot 200 interessante onderwerpen gratis en voor niets aan het curriculum worden toegevoegd.

Of we begeleiden leerlingen in het zichtbaar maken van hun netwerk van ‘belangrijke personen’. Dit zijn de personen voor leerlingen die ze mogen bellen wanneer ze vragen hebben over onderwerpen, vakken of wat dan ook. Vervolgens vragen we de leerlingen om hun ouders te vragen hun netwerk van ‘belangrijke personen’ in beeld te brengen. Ook weer personen die het goed vinden dat leerlingen hun bellen met vragen. Al die belangrijke personen hangen we op in het lokaal. Al hun ouders hangen daar dan ook tussen. Ze zijn te bellen, door alle leerlingen met vragen en zijn blij wanneer ze gebeld worden. Ze ervaren het als betekenisvol en hebben het gevoel echt iets bij te dragen aan de ontwikkeling van hun eigen en andere kinderen.

Jan Fasen

Author Jan Fasen

More posts by Jan Fasen

Leave a Reply