Gisteravond sprak ik bij Nieuwsuur n.a.v. de zorgen in het jaarlijkse inspectierapport uit over de kwaliteit van scholen met vernieuwende concepten, o.a. van Agora. Wij weten wel degelijk wat onze doelen zijn en resultaten zijn. We evalueren ze voortdurend en liefst publiekelijk. Tegelijkertijd worden we nog steeds onvoldoende begrepen, omdat onze doelen niet meer slechts te vangen zijn in cijfers en percentages. Het gaat allang niet meer alleen om het vergaren van kennis waar je een punt voor kan geven. We geven kinderen veel meer bagage mee dan de kerndoelen in de onderbouw en de eindtermen in de bovenbouw. Dat de inspectie zegt dat ze niet weten of bijv. Agora tot betere leerprestaties, meer motivatie voor kinderen of een betere doorstroom leidt, ligt niet aan Agora. Ik wil die zorg van de inspectie vooral zien als een oproep om gezamenlijk: inspectie, wetenschap, vernieuwingsscholen en lerarenopleidingen, na te denken over de vraag: ‘Wat is goed onderwijs, dat antwoord geeft op de vragen die de huidige tijd aan ons stelt, en hoe maken we de kwaliteit daarvan begrijpelijk en bespreekbaar?’
Over de noodzaak tot het ontwikkelen van nieuwe alternatieven schreef ik onlangs deze blog.
De uitzending van gisteravond kan hier teruggekeken worden.