In dit blog wil ik het harnas van het leerstofjaarklassenmodel vanuit een frisse invalshoek belichten. In een poging om helder te maken hoe dit model, als organisatiemodel, ons belemmert bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit.
We willen anders
Tijdens studiedagen, congressen en bezinningsmomenten buiten de schoolomgeving zijn we vaak in staat om vrij te denken en de pijnpunten in het huidige onderwijs haarfijn te analyseren. We begrijpen waarom de kwaliteit van het onderwijs achterblijft, waarom leerlingen steeds vaker uitvallen of zelfs thuis komen te zitten, en waarom het lerarentekort een hardnekkig probleem blijft.
Tijdens deze momenten passeren veelbelovende begrippen de revue: flexibilisering, maatwerk, anders organiseren, meer regie voor leerlingen, grotere professionele autonomie voor leraren, kleinere groepen per leraar, en een verschuiving van summatief naar formatief toetsen. We inspireren en bevestigen elkaar, en nemen ons vaak voor om deze inzichten om te zetten in actie binnen de school. Toch blijkt in de praktijk dat de stap van ambitie naar realisatie vaak stuit op de beperkingen van het leerstofjaarklassensysteem.
Maar dan gebeurt er iets merkwaardigs. Na een inspirerend symposium, waar we vol overtuiging hebben afgesproken onze ideeën en oplossingen direct in de praktijk te brengen, zetten we voet in het schoolgebouw. En ineens wordt het stil. De energie van het symposium lijkt weg te ebben, terwijl verwarring en twijfel de overhand nemen. Onze goede voornemens worden direct onder druk gezet door de vertrouwde omgeving waarin we ons bevinden – een omgeving die diep verankerd ligt in ons collectieve geheugen.
Het gebouw zelf lijkt het dominante beeld van wat ‘school’ is weer in ons wakker te roepen. Iedereen weet precies waarvoor elke ruimte bedoeld is, welk gedrag in die ruimtes wordt verwacht, waar je hoort te zitten en waar niet. Je herkent de symboliek: de leerling op de gang tijdens de les? Die is vast ergens voor gestraft. Het dagelijks ritme van zes of zeven keer vijftig minuten, de vaste rol van de leraar en de leerling – het voelt als een onwrikbaar gegeven. Dit zijn de patronen en rituelen die zich al generaties lang afspelen binnen deze muren.
En dus begint het te knagen. Wat we op dat symposium hadden bedacht, kan dat hier eigenlijk wel? Hoe zou je zoiets in deze omgeving doen? En wat doe je dan met het rooster, met al die vakken die we denken dat leerlingen nodig hebben? De praktijk lijkt ineens een onoverkomelijke barrière. Ja, het verhaal is mooi en inspirerend, en eigenlijk zouden we het ook zo moeten doen. Maar het voelt te idealistisch, te ver weg van wat haalbaar of toegestaan is. Je hoort al de stemmen van twijfel: “De inspectie zal het nooit goedkeuren. Dit is onuitvoerbaar.”
En zo blijven die mooie ideeën vaak steken in de veilige sferen van studiedagen en symposia, zonder ooit echt wortel te schieten in de praktijk van alledag.
De acht stalen draagbalken van het onderwijshuis
Ik vermoed dat er geen organisatie bestaat die zo geraffineerd en onwrikbaar is opgebouwd als een schoolorganisatie. Dat is zowel de kracht als de zwakte van het instituut. De perfectie ervan ligt in een tot in detail geoptimaliseerd samenspel van acht elementen, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en die onze verwachtingen van onderwijs diep verankeren. Deze acht begrippen vormen het stalen karkas van wat we ‘school’ noemen.
Dit karkas, opgebouwd uit acht roestvrijstalen draagbalken, biedt het onderwijshuis zijn stevigheid en beschermt het tegen ingrijpende verbouwingen. Zoals je van een eengezinswoning niet zomaar een ruime bungalow maakt, zo zijn ook de structuren, processen, rituelen en gewoonten binnen een school ontworpen rondom dit onverzettelijke frame. Het werkt als een conditionerende omgeving: zodra je erin stapt, voel je direct wat er van je wordt verwacht en wat er gaat gebeuren. Het is vergelijkbaar met een vlieg die in een prachtig web terechtkomt en al snel beseft dat de spin hier de dienst uitmaakt.
Wat zijn die acht onverwoestbare begrippen die het onderwijshuis definiëren?
Elke 45 of 50 minuten is er één leerkracht die één vak geeft aan één groep op één vast tijdstip op die dag in één lokaal ergens in het gebouw. In het lesrooster ligt elk moment van de dag precies vast. Het aantal uren dat een vak per week gegeven mag worden is vastgelegd in de lessentabel. In de normjaartaak is per leerkracht formeel vastgelegd hoeveel lessen hij geeft en welke taken hij daarnaast uitoefent.
Deze acht begrippen zijn de fundamenten waarop het onderwijshuis rust. Ze bepalen niet alleen de structuur van het onderwijs, maar ook de grenzen waarbinnen alles moet plaatsvinden. Dit maakt de schoolorganisatie zo robuust, maar tegelijkertijd vrijwel immuun voor verandering.
Ik zet ze hieronder nog een keer overzichtelijk naast elkaar.
Bovenstaand overzicht is de basis van het leerstofjaarklassenmodel, als dominante organisatiemodel zoals we dat doorgaans in alle scholen aantreffen. Een toenemend aantal scholen wil de stalen balken minder afhankelijk van elkaar in beweging brengen. Bijvoorbeeld door meerdere vakken samen te voegen en vakoverstijgend te gaan werken, of door leerpleinen te maken of meerdere groepen samen te voegen. Het bezorgt de schoolleiding vaak kopzorgen en veroorzaakt chaos in de dagelijkse rituelen. Omdat alles uiteindelijk altijd binnen hetzelfde stalen karkas weer organiseerbaar moet zijn. Waardoor er uiteindelijk niet echt iets verandert voor leraren en leerlingen.
Mag je het DNA van onderwijs veranderen?
De acht stalen balken maken niet alleen de dienst uit in de school, maar sturen ons denken over school en wat de belangrijkste activiteiten daar horen te zijn. Ze houden het onderwijshuis staande en stevig. Ze domineren het DNA van ons denken over onderwijs en educatie. Wereldwijd is afgesproken dat de mens het DNA van de mensheid niet mag veranderen. Soms lijkt het of er ergens een zinnetje staat dat dit ook voor het DNA van het onderwijs geldt. Want elke school die het waagt om aan de draagbalken te komen mag zich onherroepelijk verheugen op kritiek, zowel intern als vanuit de publieke opinie.
Daar kunnen we bij Agora over meepraten. We hebben alle draagbalken gesloopt. We hebben het onderwijshuis afgebroken, de organisatie eromheen helemaal onschadelijk gemaakt.
Dat dominante frame van ons onderwijshuis verklaart voor mij dat toen we begonnen met Agora we vele duizenden bezoekers ontvingen. Leraren, schoolleiders en bestuurders van andere scholen, soms ook met ouders erbij. Ze waren nieuwsgierig en wilden zien wat we deden. Velen gingen na zo’n dag enthousiast en geïnspireerd naar huis, slechts zeer weinigen durfden het aan om zelf een Agora te starten. Het stevige bouwwerk van ons onderwijs-DNA maakt het blijkbaar onvoorstelbaar dat je een grondige herziening van je onderwijspraktijk kunt realiseren.
Maar het gaat me hier niet om Agora. Het gaat me erom dat deze organisatievorm verbeteringen en innovaties blokkeert, ook als die wetenschappelijk bewezen effectief zijn. Daar zit een grote zorg, want we kunnen nog zoveel plannen maken met de meest fantastische voorstellen om onze onderwijskwaliteit te verbeteren en het lerarentekort aan te pakken, binnen dit organisatieframe lopen ze vast en lijkt het onvoorspelbaar dat die innovaties in de praktijk gaan lukken.
En als je het toch voorstelbaar acht, dan doemt meteen de vraag op: hoe dan? Het volgende blog duik ik daar wat dieper op in.
Bronnen
Leerstofjaarklassensysteem en onderwijsstructuur
Wij-leren.nl. (z.d.). Leerstofjaarklassensysteem – uitleg jaarklassensysteem. Geraadpleegd via https://wij-leren.nl/leerstofjaarklassensysteem.php
Belemmeringen voor onderwijsinnovatie
Onderwijskennis.nl. (z.d.). Complexiteit van onderwijsinnovaties. Geraadpleegd via https://www.onderwijskennis.nl/kennisbank/complexiteit-van-onderwijsinnovaties
Persistentie van het leerstofjaarklassensysteem
Greven, J., Kuiper, W., & Letschert, J. (2005). De persistentie van het leerstofjaarklassensysteem in het primair onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Enschede: Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO). Geraadpleegd via https://research.utwente.nl/en/publications/de-persistentie-van-het-leerstofjaarklassensysteem-in-het-primair
Belemmeringen voor innovatie in het basisonderwijs
Onderwijscommunity.nl. (z.d.). Belemmeringen voor innovatie in het basisonderwijs. Geraadpleegd via https://onderwijscommunity.nl/artikelen/belemmeringen-voor-innovatie-in-het-basisonderwijs/
Flexibilisering in het basisonderwijs: een historisch overzicht
Onderwijsraad.nl. (2015). Flexibilisering in het basisonderwijs: een historisch overzicht. Geraadpleegd via https://www.onderwijsraad.nl/binaries/onderwijsraad/documenten/rapporten/2015/11/13/studie-flexibilisering-in-het-basisonderwijs-een-historisch-overzicht/Deelrapport-2-Flexibilisering-in-het-basisonderwijs-een-historisch-overzicht-dig-versie-1.7.pdf
Het effect van het loslaten van het jaarklassensysteem op de ontwikkeling van kinderen
Wij-leren.nl. (2024). Het effect van het loslaten van het jaarklassensysteem op de ontwikkeling van kinderen. Geraadpleegd via https://wij-leren.nl/ontwikkelen-kinderen-beter-loslaten-leerstofjaarklassensysteem.php
Agora Onderwijs en onderwijsvernieuwing
Fasen, J. (2023). Maak een kunstwerk van je leven. Geraadpleegd via https://janfasen.nl/bestel-boek/
Join the discussion 2 Comments