Skip to main content

Steeds vaker neem ik het woord transitie in mijn mond. Ik praat nauwelijks nog over verbeteren of vernieuwen, want die begrippen zijn inmiddels teveel onderwijsjargon om nog uit te dagen buiten de bestaande kaders te denken. Beide begrippen worden daarnaast vooral gebruikt als synoniem voor een proces, terwijl ze de uitkomst moeten zijn. Een transitie is nodig om te verbeteren en te vernieuwen.

Volgens Jan Rotmans betekent transitie: “… fundamentele omslagen in ons denken en handelen binnen een maatschappelijk deelsysteem of publiek stelsel. Het is een proces dat verschillende schaalniveaus omvat en waarbij verschillende maatschappelijke actoren nodig zijn. Een transitieproces kan opgestart worden door de overheid, maar kan even goed geïnitieerd worden door andere actoren.”

Fundamentele omslagen in ons denken en handelen binnen het onderwijs. En in ons spreken erover voeg ik hieraan toe. We hebben een nieuwe taal nodig die ons denken en handelen in beweging brengt. En daar wringt iets. De filosofe Judith Butler benadrukt dat de ‘gebruikelijke taal’ niet volstaat wanneer je over zaken wilt schrijven die in strijd zijn met het huidige gangbare denken. Om de ‘nieuwe’ gedachten te beschrijven staan we dan voor een onoplosbaar probleem, want om nieuwe gedachten in het leven te roepen hebben we nieuwe woorden nodig. Maar om begrijpelijk te blijven moeten we terugvallen op de oude begrippen.

De taal laat ik daarom even rusten. We gaan gewoon aan de slag. Door te handelen het denken en spreken beïnvloeden. In augustus starten we in Roermond met Agora. Geen school, maar een plein. Een heterogene groep van 36 leerlingen verwelkomen we op Agora. Ze treffen geen klassen, vakken, lesmethodes of schoolbellen aan, maar hun eigen wereld waarin ze dagelijks leven. Die wereld is te rijk om niet curriculum-dekkend te zijn. De enige ingreep die we doen is de wereld verdelen in een wetenschappelijke -, kunstzinnige -, sociale -, spirituele – en ethische wereld. Vijf brillen die je als kind kunt opzetten en die je telkens weer de indrukwekkende rijkdom tonen van een onverwachte werkelijkheid. Op Agora staat de vanzelfsprekende nieuwsgierigheid en ontwikkeldrang bij elk kind centraal. Wat ze er leren vatten we samen in vier begrippen. Karaktervorming in de zin van dat kinderen een manier vinden om uit te drukken wie ze zijn en willen zijn tegen de achtergrond van relevante persoonlijke en maatschappelijke waarden. Wereld- en lokaal burgerschap waarbij kinderen invulling geven aan democratische waarden en kunnen samenleven binnen een diversiteit van economische-, religieuze en sociale verbanden. Veraf, maar ook in de eigen buurt of stad. Ondernemerschap als meester en regisseur van je eigen leven, om kunnen gaan met uitdagingen, teleurstellingen en mislukking, maar ook zelf kleine ondernemingen of projecten starten. En excellente kennis door de beste leraren die de wereld van elk kind verrijken met hun kennis over delen ervan. Leraren worden op Agora belangrijker dan ooit, leren wordt op Agora een manier om in vertrouwen de uitdagende toekomst te omarmen.

Over fundamentele omslagen in denken en handelen gesproken. Hier en daar bespeur ik al vormen van Agorafobie.

Jan Fasen

Author Jan Fasen

More posts by Jan Fasen

Leave a Reply