Skip to main content

De heer Wilders zei in het debat over het Onderhandelaarsakkoord dat wat niet in het akkoord staat tot de vrije ruimte hoort van het volgende kabinet. Dan heb ik een advies voor de nieuwe onderwijsminister: ‘Maak vooral werk van wat niet in het Onderhandelaarsakkoord staat! Het is de voorwaarde om wat er wel staat voor elkaar te krijgen en het behoedt u voor grondwettelijke uitglijders’.

Ik geef u graag een vijftal suggesties om uw vrije ruimte mee te vullen. Wat we nu nodig hebben is:

1. Een overheid die een financieringssysteem hanteert waardoor elk jaar structureel ruim voldoende middelen beschikbaar zijn voor het structurele dagelijkse werk met de leerlingen en voor een team- en kwaliteitscultuur waarin alles draait om het onderhouden en versterken van het vakmanschap en het werkplezier van onderwijsprofessionals. Een systeem dat uitblinkt in eenvoud en transparantie, begrijpelijk is voor ieder die ermee moet werken en controleerbaar is door de Kamer.

2. Een overheid die zorgt voor voldoende en uitstekend gekwalificeerde leraren en schoolleiders. Het huidige tekort kan de sector zelf niet oplossen, daar moet de overheid voor zorgen. Een overheid die daarbij hoge eisen aan de instroom en de uitstroomkwalificatie van leraren en schoolleiders stelt. Enkel het bevorderen van zijinstroom en meer voltijd werken is een slechts een onberekenbaar lapmiddel.

3. Een inspectie die er in haar toezicht voor waakt dat scholen zich enkel aan de wet houden. Die vooral onderzoekt of het onderwijs zich op een school naar tevredenheid ontwikkelt. Waarmee de vrijheid van onderwijs en de diversiteit aan scholen bewaard blijft. Artikel 23 laat ruimte voor verschillende opvattingen van goed onderwijs; het maakt pluriformiteit mogelijk. De vrijheid van onderwijs beschermt scholen juist tegen overheidsbemoeienis. Bovendien kan dit u helpen grondwettelijke uitglijders te voorkomen bij het verplicht stellen van politiek neutrale onderwijsmethodes en neutrale seksuele voorlichting.

4. Een overheid die daarbovenop ruimhartig investeert in Innovatie, Onderzoek en Ontwikkeling. Naar het voorbeeld van R&D-afdelingen bij bedrijven. We weten allang dat elke geïnvesteerde onderwijseuro ruimschoots rendeert in meer brede welvaart, welzijn, gezondheid en veiligheid. Er is geen betere publieke investering dan een onderwijsinvestering. In die R&D-achtige omgeving kan de sector dan werken aan een betere onderwijskwaliteit zoals bijvoorbeeld betere basisvaardigheden.

5. En een overheid die leraren en schoolleiders en bestuurders uitdaagt om een professionele discipline te ontwikkelen. Waar mag de samenleving op rekenen als het om leraren, schoolleiders, bestuurders en onderwijs gaat? Voor welke kwaliteit staan ze? Wat zijn hun (kennis)bronnen en hoe leggen ze publiekelijk verantwoording af over hun werk?

Het lijkt me een mooie agenda voor de komende jaren!

Jan Fasen

Author Jan Fasen

More posts by Jan Fasen

Leave a Reply