Skip to main content

De samenleving krijgt het voor haar kiezen met de huidige staat van het onderwijs. De onderwijsinspectie beschreef onlangs in haar jaarlijks verslag dat 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen.

Maar er is nog meer aan de hand. Zo is de Nederlandse scholier niet zo gemotiveerd voor school en beleeft hij weinig plezier aan leren. Doet het er in Nederland toe wie je vader en je moeder zijn voor de kansen die je als kind krijgt. Zien we het schaduwonderwijs floreren als nooit tevoren; ouders hebben voor huiswerkbegeleiding- en examentrainingen zo’n slordige €79 miljoen per jaar uit eigen portemonnee over, terwijl funderend onderwijs gratis is voor elk kind. En zo’n 15.000 kinderen gaan niet meer naar school, ze worden niet gezien en zijn onbemind, we noemen hen thuiszitters.

En alsof dat allemaal nog niet genoeg is zien we leraren lijden onder hun werk. Ze gaan gebukt onder werkdruk en tanende beroepstrots en er is geen sector met een hoger ziekteverzuim en burn-out klachten dan het onderwijs. Het kan allemaal niet los gezien worden van een tekort van 1900 fulltimeleraren in het basisonderwijs en 1300 in het voortgezet onderwijs. Getallen die rap oplopen omdat doortastende oplossingen uitblijven.

De beroepsgroep zelf lukt het niet om hier een krachtige gezaghebbende vuist tegen maken, of zelf met doortastende oplossingen te komen. Ze is niet georganiseerd, noch op de inhoud en de kwaliteit van het edele ambt, noch op de koers, de regie, en de eigen verantwoordelijkheid rondom onderwijskwaliteit, beroepseer en verantwoording. Een gemeenschappelijk idee over waartoe leraren als beroepsgroep op aarde zijn wordt node gemist. Net als een scherp verhaal over wat Nederland zou missen wanneer leraren er vandaag collectief de brui aan zouden geven.

Tegelijkertijd is het onvoorstelbaar zorgelijk dat aan al die problemen, en aan het lerarentekort in het bijzonder, geen nationale topprioriteit wordt gegeven door de overheid.  We weten allang dat elke geïnvesteerde onderwijseuro ruimschoots rendeert in meer brede welvaart, gezondheid en veiligheid. De Algemene Onderwijs Bond liet in 2020 berekenen dat een structurele extra investering van 2 miljard op de langere termijn een effect van 3,5 miljard op het bbp oplevert. De onderwijsbegroting zou vanuit dat inzicht de grootste van alle rijkbegrotingen moeten zijn. Er is geen betere publieke investering dan een onderwijsinvestering.

Vanwege het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) worden op dit moment 8,5 miljard corona euro’s nogal klakkeloos de sector in gegooid. Van dat bedrag gaat 5,8 miljard naar het funderend onderwijs dat danig met deze smak geld in zijn maag zit. Het is tijdelijk geld, dus de mogelijkheden om het in te zetten zijn beperkt. Je kunt er bijvoorbeeld niet zomaar nieuwe leraren mee aannemen. Daarnaast is het geld bedoeld om halsoverkop corona achterstanden bij kinderen mee weg te werken. Nog los van de vraag of daar zo’n enorme som geld voor nodig is, heb je daar wel extra personeel voor nodig en dat is er niet.

En reken maar dat de sector na deze gulle gift niet nog eens hoeft te rekenen op extra geld, om bijvoorbeeld het lerarentekort mee op te lossen. Dit punt is voor mij het meest zorgelijke punt. Dat er nu heel veel geld beschikbaar komt zonder dat we het echte probleem ermee oplossen, waardoor er uiteindelijk helemaal niks opgelost wordt. Want hoe je het ook wendt of keert, om het lerarentekort nu of straks op te lossen is heel veel geld nodig. Geld dat er blijkbaar is.

Je krijgt als primair- en voortgezet onderwijs 5,8 miljard en je bent er niet blij mee. Ik zou me zomaar kunnen voorstellen dat de minister ietwat teleurgesteld is in de reacties vanuit de sector. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat door die reacties bij hem de twijfel over de uiteindelijke toegevoegde waarde van het NPO voor het funderend onderwijs heeft toegeslagen. Dat als hij het over mocht doen hij andere keuzes gemaakt zou hebben. Misschien kunnen wij die twijfel nog wat meer aanwakkeren. Door als sector in groten getale met ideeën te komen over hoe het echte probleem aangepakt kan worden. Het geld is er. Geld is spotgoedkoop tegenwoordig en we weten dat elke geïnvesteerde onderwijseuro zich dubbel en dwars terugbetaalt. Ideeën uit de sector voor #eenanderNPO. Een NPO dat ons niet opzadelt met onbehagen, maar het echte onbehagen samen met ons oplost.

Ik stel voor om de 5,8 miljard structureel toe te voegen aan de onderwijsbegroting. Met twee doelen: een krachtige beroepsgroep van leraren en schoolleiders (beide kunnen niet zonder elkaar) die het leiderschap, de verantwoordelijkheid en de expertise ontwikkelt om de hoogst haalbare onderwijskwaliteit voor alle jongeren te realiseren en die het maatschappelijk aanzien, de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de leraar mee gaat herstellen.

Die 5,8 miljard mogen niet gepaard gaan met een overheidsplan vanwege bestuurlijke overmoed en behoefte aan regie. Het overheidsplan is een bijsluiter bij die 5,8 miljard en heeft slechts 2 hoofdstukken. Het eerste begint met een inspirerend samenbindend verhaal, over het belang en de betekenis van funderend onderwijs in een democratische rechtsstaat, een verhaal dat de moeite van onze inspanning meer dan waard is. Het tweede bevat een paar stevige (maatschappelijk en wetenschappelijk) onderbouwde eisen aan het resultaat over de kwaliteit die de beroepsgroep te leveren heeft met betrekking tot hun opdracht om van kinderen mensen, burgers en professionals te maken.

Vervolgens is het aan de sector om te bepalen hoe die resultaten bereikt worden en is het plan een aanmoediging om die 5,8 miljard voor alles in te zetten dat een toenemende onderwijskwaliteit en een afnemend lerarentekort bespoedigt. Het plan sluit af met een paar ronkende zinnen over het vertrouwen dat de overheid heeft in de scheppingskracht van een groep van experts met diverse achtergronden, die de opdracht, de vrijheid en het vertrouwen krijgt om twee majeure problemen op te lossen.

Ik zou die 5,8 miljard dan als volgt willen inzetten:

  1. Stel voor leraren die dit willen, of nodig hebben, de maximale groepsgrootte van een klas vast op 21 leerlingen. Deze klassengrootte levert voor leerlingen extra leerwinst op, kan voor startende leraren een heel stuk aantrekkelijker en haalbaar zijn en helpt zelfs de meest ervaren leraar zijn werk gezonder te blijven doen, ondanks die moeilijke havo-4 klas.
  2. Biedt leraren de mogelijkheid om maximaal 21 lesuren per week te geven. Hierdoor krijgen ze wekelijks de tijd in hun agenda en in hun hoofd om samen met collega’s aan de kwaliteit van hun onderwijs te werken vanuit visie en zelforganisatie.
  3. Spoor leraren die vroegtijdig het onderwijs teleurgesteld hebben verlaten op en verleid hen om terug te keren. Zet ook voor pensionado’s de deuren terug open.
  4. Elke provincie krijgt één of twee ontwikkelscholen. Dit zijn scholen waar leerlingen, leraren en wetenschappers de (wettelijke) grenzen van onderwijsinnovatie opzoeken en zo oplossingen vinden voor de belangrijkste onderwijsproblemen. De inspectie en het ministerie kijken mee, moedigen aan en dagen uit met de eerder geformuleerde eisen aan het resultaat. Deze scholen krijgen de vrijheid om volop te experimenteren op onderwijsinhoud, onderwijsorganisatie, HRM, financiën en noem maar op. Leraren en schoolleiders van andere scholen zijn er om mee te kijken en mee te doen. Om er te leren van en met elkaar. Om wat in die scholen gebeurt ook begeleid en op maat toe te passen in hun eigen school. Onderzoekers publiceren per kwartaal wat er gebeurt en wat de effecten ervan zijn. Iedereen kan volgen wat er gebeurt via een eenvoudig en toegankelijk platform.
  5. Leg deze ontwikkelscholen midden in de gebouwen van de lerarenopleidingen. Uiteraard vanwege de krachtige kruisbestuiving tussen leraren in opleiding en de echte praktijk. Maar ook omdat scholieren doorgaans slechts drie beroepen tamelijk goed kennen. Dat van hun vader, hun moeder en van hun leraren. Hier valt voor leraren en de opleidingen zeer laaghangend fruit te plukken, overigens niet alleen in de ontwikkelscholen. Wat we bij scholieren zaaien over het leraarschap zullen we vroeg of laat oogsten.
  6. Stel op de lerarenopleiding hoge eisen aan het leraarschap waardoor niet iedereen leraar kan worden.
  7. In bovengenoemde zes punten zou de zo verlangde erkenning, beroepstrots en professionele autonomie van leraren betekenis kunnen krijgen. Dit zevende punt daagt de beroepsgroep uit om de daarbij passende professionele discipline te formuleren en uit te dragen. Waar mag de samenleving op rekenen als het om leraren en onderwijs gaat, op welke kwaliteit willen leraren en schoolleiders zich laten voorstaan en hoe wordt daar met regelmaat publiekelijk verantwoording over afgelegd?

 

 

Jan Fasen

Author Jan Fasen

More posts by Jan Fasen

Join the discussion 19 Comments

  • Hanna de Koning schreef:

    Mooi plan!

  • Carina Wassenaar schreef:

    Wat een mooi en goed betoog Jan Fasen!
    Gisteren werd de ‘menukaart’ bekend … erg teleurstellend en gaf mij het gevoel van ‘groot brengen door klein te houden’. Zo verandert er niets wezenlijks, het is een beetje trekken aan wat losse touwtjes maar de regie niet uit handen willen geven.

    • Jan Fasen schreef:

      Ja die menukaart is met het oog op waar deze gelden nu voor bestemd zijn begrijpelijk, maar daar gaan we het verschil uiteindelijk niet mee maken. We hebben een grotere opdracht nu en daar geeft die kaart geen antwoord op.

  • Rich van den Berg schreef:

    Woorden naar mijn hart, Jan. Dank!
    Geef de regie terug aan de professional. Èn zorg ervoor dat het vak van leraar weer aanzien krijgt. Iedere ouder weet, na Corona, hoe belangrijk onderwijs is. Dan zullen ook meer mensen dit mooie vak kiezen in ons aller belang.

  • Wouter Vermeer schreef:

    Beste Jan,

    Als vader van drie kinderen ben in uiteraard zeer geïnteresseerd in de gang van zaken binnen het onderwijs. Al onze drie kinderen zijn actief binnen het PO. De starheid van het primair onderwijs voor kinderen met extra aandacht kwam voor mij als een schok. Ook het kwaliteitsniveau van scholen onderling is verbijsterend. Digitalisering of modernisering van het onderwijs is mij tot op heden niet opgevallen. Uiteraard vergelijk ik het met mijn persoonlijke reis uit het verre verleden. Zelf ben ik geen expert. Maar wat mij opvalt aan jouw verhaal en ook dat van collega’s is de eenzijdige benadering van deze kwestie. Uiteraard is geld belangrijk om je dromen te verwezenlijken. Minder uren voor leraren, kleinere klassen, strengere selectie van nieuwe leraren aan de poort en meer salaris voor leraren. Ook terecht, maar dat geld ook voor mensen in andere sectoren.
    Toch zie ik maar weinig terug aan innovatie binnen het onderwijs. Het bedrijfsleven werkt met supercomputers en robots. Mijn kinderen komen thuis met papieren boekjes en knipsels. Het toetsen van kinderen beperkt zich tot taal en rekenen. Andere kwaliteiten worden nog steeds net als 30 jaar geleden compleet ondergewaardeerd en verwaarloost. Het systematisch kapot analyseren en diagnosticeren van kinderen is behoorlijk schandelijk. Serieus voor een kind van 5 jaar oud een MDO overleg met 18 personen a drie uur lang. Stel je voor ons kind 54 uur extra les zou krijgen in datgene waar hij kan uitblinken, hoe zou het onderwijs er dan uitzien. De bestuurscultuur heeft ook binnen het onderwijs toegeslagen. Digitale middelen beperken zich tot een potpourri van gedateerde applicaties. Maar enige zelfreflectie binnen het onderwijs heb ik in de afgelopen jaren weinig gezien. De gelddiscussie blijft de hoogte prioriteit.
    Wie gaat er nu eens opstaan en zorgen dat het onderwijs moderniseert. Dat digitalisering op stoom komt. Als ouder zoek ik nog steeds een app. die adaptief, overzichtelijk en op het niveau van onze kinderen aansluit.

    • Jan Fasen schreef:

      Dag Wouter,

      Je schrijft een betoog uit eigen ervaring dat raakt en je slaat er de spijker mee op zijn kop. Ik ga er maar even vanuit dat je elders op mijn site gezien hebt dat ik ik niet enkel vanuit geld en kleinere klassen mijn stukken schrijf. Modernisering en innovatie lopen als een rode draad door mijn werk. Toch spits ik in dit stuk mijn verhaal toe op geld, omdat er blijkbaar zoveel geld is en dat je het dan nergens zo betekenisvol aan kunt besteden dan aan onderwijs. Maar doe het dan wel op een juiste en doeltreffende manier. En ik vind dat de besteding van de huidige extra tijdelijke middelen niet op een wijze en doordachte manier plaatsvindt. Daar gaat mijn punt over in dit stuk. Zorg er liever voor dat er dan een beweging op gang komt van verbetering van onderwijskwaliteit (lees modernisering of innovatie o.a. in die ontwikkelscholen), zoals jij dat beschrijft in je reactie, en zorg dat dit gebeurt door leraren en schoolleiders die weten hoe dit moet en daar ook de tijd voor hebben. Breng alle lopende ontwikkelingen, kennis en ervaring op het gebied van onderwijsinnovatie bij elkaar, doe er onderzoek naar en zorg er vervolgens voor dat andere scholen er ook mee aan de slag kunnen. Nu zitten veel scholen zelf het wiel uit te vinden, dat vraagt om specifieke expertise van de schoolleiding, het lerarenteam heeft er vaak geen tijd voor en de veranderingen zorgen vervolgens voor onrust bij ouders (in de praktijk zie ik dat scholen juist om die laatste reden afzien van innovaties). Mijn punt hier is maak het onophoudelijk werken aan onderwijskwaliteit, of onderwijsmodernisering, of innovatie, wat je wil, haalbaar, zichtbaar, schaalbaar en onderzoekbaar en geef leraren en schoolleiders hier een hoofdrol in. En als dat geld er dan toch is, zet het daar dan voor in.

  • JJ schreef:

    Mooi plan! Ik loop ook al helemaal warm voor de ontwikkelscholen!!

  • Patricia Nacinovic schreef:

    Beste Jan,

    Interessant artikel. Mensen die in onderwijs werkzaam zijn zeer gemotiveerd. Samenwerking gaat niet altijd goed (eilanden en machtsblokken)…

    Nu functioneert het onderwijs als een selectiemachine (diplomacratie).
    Het gemiddelde is de norm en daar moet je inpassen.
    Zo maak je iedereen tot afwijking i.p.v. tot bouwers van de toekomst.
    Jij komt ook weer met praktische oplossingen, die natuurlijk nodig zijn.

    Grondslag van het onderwijs valt samen wet de vraag: wat kunnen kinderen? (vraagt radicale inclusiviteit). Je mag meebouwen en dan word je deel van de samenleving.
    Mensen worden door mensen gedragen waardoor ze verder kunnen komen.
    De schat zit verborgen in de akker. Neem de hele akker.

    • Jan Fasen schreef:

      Dag Patricia,

      Ik begrijp wat je bedoelt. Het belang van inclusiviteit maken we waar met onze Agorascholen. Dit stuk is meer bedoeld om, indien het geld er blijkbaar toch is, het dan ook in te zetten op de juiste manier (dit stuk is dan mijn definitie van ‘juist’).

  • Renate Beulen schreef:

    Een geweldig plan!
    Ik denk en doe graag mee, Jan!
    Je weet me te vinden!

  • Emerance schreef:

    Een mooi betoog Jan en helder met perspectief voor een duurzame ontwikkeling in onderwijsland! En nu maar hopen op bijval en actie!
    We houden moed!

  • Karel Bos schreef:

    Beste Jan,
    Complimenten voor de plannen!
    Investeren in goed onderwijs heeft ook een enorme invloed op de gezondheid van de Nederlanders.
    Hoog opgeleide mensen hebben gemiddeld 15 gezonde levensjaren meer in het vooruitzicht tov laagopgeleiden. Dus investeren in goed onderwijs is ook de beste manier om Nederland gezonder te maken!
    Karel Bos, huisarts

    • Jan Fasen schreef:

      Dank Karel, helemaal mee eens. Heel raar dat dit keiharde wetenschappelijke inzicht niet leidt tot navenante acties. We zijn als publieke sectoren niet zo goed om onze waarde en de over en weer effecten van ons werk uit te drukken in harde businessmodellen, zou dat wellicht helpen?

  • Michel Peeters schreef:

    Hey Jan,
    Ik ben zelf vanuit België al enkele jaren Agora aan het volgen in jullie communicatie. ben ook heel blij dat we in België 3 Agora scholen hebben (De MET!).
    Ik ben over heel de lijn mee met je analyse en met heel wat van je voorstellen. Die gelden trouwens ook voor België! Dat is wat ontbreekt: visie die mag geïmplementeerd worden, een echt onderwijsbeleid, dus. Ik zit zelf nog met de beslissing of ik op mijn 69 toch nog leerkracht/zijinstromer zou worden, niet dat dit alles oplost hé! 😉
    Doe zo voort!

Leave a Reply