Skip to main content
Uncategorized

Spotify paradigma

By januari 15, 2014No Comments

Binnen onze sector domineert de gedachte dat overheidseuro’s rijkelijk moeten rollen en het liefst onze kant op. Geen enkele zichzelf respecterende regering wil toch het verwijt krijgen zo onverstandig te zijn om de domheid niet te vrezen, is de redenering. Maar vanaf Balkenende-4 rollen steeds minder euro’s onze kant op en scholen voelen de gevolgen daarvan als nooit te voren. In stilte wordt al vele jaren visieloos gesneden in de Rijksbekostiging. Het onlangs gesloten onderwijs- en begrotingsakkoord laat de geldkraan wat nadruppelen en zorgt daardoor evenmin voor sluitende begrotingen. We spreken er schande van. Minder geld leidt immers tot minder onderwijskwaliteit hoor ik overal. Ouders vrezen terecht het ergste, want scholen dreigen als nooit te voren met grotere klassen en minder lesaanbod. Twee gouden knoppen op het dashboard van de schoolleider die elke begroting sluitend maken.

Maar leidt minder geld wel tot minder onderwijskwaliteit? Volgens mij niet. Ik beweer dat minder geld juist tot meer onderwijskwaliteit leidt wanneer we de beide gouden knoppen niet langer als de Haarlemmerolie voor gezonde schoolfinanciën blijven zien, dat het een zegen voor de leerling is dat scholen financieel een flink pak slaag krijgen.

De financiële tekorten lopen zo hoog op de komende jaren dat we op zoek moeten naar een derde knop, want als schoolleider vrees ik twee scenario’s het meest: sluiting van de school vanwege financieel wanbeleid en de toorn van ouders en leerlingen. Met grotere klassen en minder lesaanbod voorkom ik het eerste, maar organiseer ik het tweede. Die optie moet ik dus doorstrepen.

Wat nu gevraagd wordt is een paradigmashift. Van het one size fits all paradigma naar het Spotify paradigma. Het eerste wordt namelijk onbetaalbaar, het tweede leert leerlingen dat wat de moderne samenleving van ze vraagt én is een stuk goedkoper.

Niet iedere leerling heeft vier uur van dat en twee uur van dat vak nodig, niet iedere leerling wacht op een standaard zorgaanbod, evenmin hebben leerlingen allemaal dezelfde hoeveelheid contacttijd nodig. Sommige leeractiviteiten hoeven niet per se op school plaats te vinden. Slimme technologie voorkomt dat elke leerminuut van een leerling een lesminuut van een leraar vereist. De paradox is hier dat het zo op een ongeorganiseerde bende lijkt, maar niets is minder waar. Wat je uitermate strak moet organiseren is het recht van leerlingen op aandacht, structuur, controle en toegang tot de beste kennis die je binnen en buiten je school voor handen hebt. Laat de rest over aan leraren en leerlingen zelf en leer ze het goede gesprek met elkaar te voeren. Leraren worden hierdoor niet gedegradeerd tot coaches, dat is aperte onzin. Leraren worden belangrijker dan ooit. Het leraarsvak wordt veelzijdiger en boeiender. De relatie tussen leraar en leerling is de spil voor succes.

Binnen mijn eigen school zijn we ermee gestart, voorwaar geen kleinigheid, een transitie gedragen door het team. Door minder geld kijken we anders tegen geld aan. De boosheid om het gemis ervan maakt plaats voor de kansen die het biedt. De leerling zal ons dankbaar zijn. 

Deze column is verschenen in het januari nummer van ‘Van 12 tot 18’

Jan Fasen

Author Jan Fasen

More posts by Jan Fasen

Leave a Reply