Deze bijdrage is verschenen in het decembernummer 2012 van ‘van 12 tot 18’
Naar aanleiding van het gedicht van Jan Kal met de titel Schoolsysteem in de gedichtenbundel ‘Soms moet het werkelijk stil zijn….Onderwijsgedichten 1591-2010’ heb ik onderstaande bijdrage geschreven.
SCHOOLSYSTEEM
Het kind laat in zijn onderzoekingsdrift
door horen, tasten, proeven, zien en ruiken
de kennis van zijn leefwereld ontluiken,
die zo in zijn geheugen wordt gegrift.
Als hij alleen dat laatste moet gebruiken
wanneer op school de wereld wordt geschift
in losse vakken, voorgekauwd op schrift,
begint hier de vervreemding op te duiken.
De leerling komt in twee werkelijkheden,
maar de zintuiglijke wordt afgesneden,
want jaartallen zijn een beslissend feit.
Het schoolsysteem treft de beschuldiging
dat tafels van vermenigvuldiging
meer tellen dan creativiteit.
JAN KAL
Het gedicht is geschreven ergens in de periode 1951-1980, maar zou ook vandaag zo geschreven kunnen worden. Het dicht over een thema waar ik me in deze bijdrage nogal druk over maak. De spanning tussen de school als systeem en de leerling als onderzoekend, creërend en zelfredzaam individu. Die leerling komt er in de vele gesprekken en debatten bekaaid vanaf. We veinzen dat we het over leerlingen hebben terwijl onze woorden verstikken in systeemtaal. Onze Haagse meerderen sleutelen graag aan dat systeem om leerlingen op afstand te kunnen besturen. Met de bezetenheid van de spin die haar web bouwt en zo de vlieg een kopje kleiner maakt. Nietsvermoedend gevangen in het ragfijne systeem van de spin. Dat systeem is haar doel. Zonder zou de spin snel het leven laten.
Maar dierenmoraal gaat om overleven, mensenmoraal over leven. In opvoedkwesties is de mens het doel, niet het systeem.
De samenleving verandert in een razend tempo. Financiële -, economische -, ecologische -, politieke – en morele opvattingen; ze staan allemaal op kiepen en niemand weet welke kant op. Dan ben je als samenleving erg geholpen met creatieve burgers die onzekerheid met vertrouwen tegemoet durven treden. Die mediageletterd hun brede kennis met elkaar delen en deze verbinden met hun eigen levensvragen. Die waarden en normen naleven vanuit bekommernis voor elkaar en een gezamenlijk verlangen naar een vreedzame samenleving.
Onze leerlingen voelen scherp aan dat het die kant op moet. Ze blazen onze 20e eeuwse luchtkastelen en fabels over de ideale samenleving moeiteloos weg. Ze willen graag zelf aan de slag. Ze willen serieus genomen worden en de ruimte krijgen om hun nieuwsgierige, onderzoekende en creërende energie de vrije loop te laten. Het schoolsysteem zou die vrijval moeten aanjagen en ervoor zorgen dat de leer- en leefwereld van de leerling weer met elkaar verbonden wordt.
Zijn dat nog wel twee werelden? Lopen ze in werkelijkheid niet naadloos, al of niet virtueel, in elkaar over? Scholen houden die twee werelden krampachtig uit elkaar en verworden zo tot een door leerlingen gedoogde partij. In de tomeloze nationale ambitie per se weer de regerende partij te zijn wordt de leerling echter opnieuw vergeten. De Haagse beleidsmakers verstevigen het systeem met nog meer toetsen, irreële resultaatverwachtingen en heel veel regels en plichten. Een reflex die vergelijkbaar is met de jongeman die naar de cocaïne grijpt om de pijn, vanwege het verloren contact met zijn omgeving, te verlichten. Het loopt zelden goed af.
Dat gaan we dus anders doen denk ik dan. Ik zet stappen in mijn eigen school, maar vergelijk die inmiddels met het verbouwen van mijn huis terwijl de meubels moeten blijven staan en niet vuil mogen worden. Veel verder dan een nieuwe deurmat of een likje verf kom ik dan niet. Die meubels zijn het systeem, nagelvast geklonken op onwrikbare 1.0 dogma’s over school en leren. Het overgrote deel van Nederland is er vele decennia mee opgevoed. Het is ons onderwijs DNA. Dat muteer je niet zomaar. Daar is meer voor nodig. Misschien ergens helemaal opnieuw beginnen?
De titel van de dichtbundel luidt: “Soms moet het werkelijk stil zijn…” Is soms niet nu? Leraren, leerlingen, ouders, schoolleiders, bedrijven, instellingen en politiek worden samen stil. Doen even niets meer en gaan nadenken over de richting, de ruimte en de moed die nodig is om ruim baan te geven aan de onderzoekende, creërende en zelfredzame leerling. Tot meerdere eer en glorie van de leerling zelf en van de samenleving als geheel. Wedden dat het de moeite meer dan loont.
Jan Fasen