‘We moeten de dialoog op gang brengen, de dialoog weer mogelijk maken, de dialoog met elkaar aangaan!’. Je wordt er mee dood gegooid. De dialoog als de ultieme stoplap wanneer we het even niet meer weten, de problemen ons te gortig worden of omdat we mot met elkaar hebben.
Er is veel geschreven over ‘de dialoog’, maar onlangs las ik een boekje dat het fenomeen ‘dialoog’ op een voor mij andere en zinvollere manier benadert: ‘David Bohm, Over Dialoog, helder denken en communiceren’. ‘Dia’ betekent overigens ‘door’ en niet ’twee’ Een dialoog kan in je eentje gevoerd worden of met velen.
Bohm maakt duidelijk dat de dialoog er niet alleen is om gesprekken vruchtbaarder te maken, de relatie tussen mensen te verbeteren of de effectiviteit van een onderneming te vergroten. Het gaat evenmin om het uit discussiëren van opvattingen en meningen onder elkaar. Of om elkaar af te troeven en meppen uit te delen in debatten. In de dialoog gaat het volgens Bohm om de verdieping, om het opdelven van de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan een mening of opvatting. Want die vooronderstellingen zouden wel eens het echte probleem kunnen zijn en niet die moeilijke omgang met je partner, of de spanningen in een team, of de angst voor buitenlanders, je eenzaamheid en ga zo maar door. Op grotere schaal zien we het problematische van de vooronderstellingen in de benadering van bijvoorbeeld het klimaatprobleem, in de standpunten voor wel of geen totale lock-down, in hoe ik me verhoud tot het neoliberalisme, waarom ik wegkijk van de ellende in de Griekse opvangkampen. Al die problemen zijn de gevolgen van ons denken zegt Bohm. Maar die problemen zijn niet de échte problemen. De vooronderstellingen, de noodzakelijkheden in onszelf die leiden tot dat denken zijn het probleem. Ons denken, gestuurd door vooronderstellingen, leidt tot klimaatproblemen, vluchtelingencrises, financiële crisis, eenzaamheid, ongelijkheid in de samenleving, segregerend onderwijs en ga zo maar door. Die vooronderstellingen moeten dus opgespoord en onderzocht en opnieuw met elkaar besproken worden. Bohm noemt dit de paradox van het probleem. Een paradox in denken en voelen. Denken dat het probleem dat is wat we waarnemen, terwijl het echte probleem de vooronderstellingen zijn op basis waarvan we die waarnemingen van de werkelijkheid doen.
De dialoog vereist volgens Bohm dus onderzoek, zelfonderzoek vooral, het blootleggen van vooronderstellingen en noodzakelijkheden in onze denkpatronen. Onderzoeken waar die denkpatronen vandaan komen en welke diepere pijn en gekwetstheid ermee verbloemd of ontkend wordt. Pijn die naar alle waarschijnlijkheid ontstaan is in ons verleden, door onze opvoeding, vanwege de cultuur waarin we leven, gevormd door een religie die onze gedachten en gedrag voorschrijft. Hierdoor zijn we mogelijk als mens tekort gedaan en gekwetst, zijn we teveel gezien als object dat andere doelen dan het eigen zelf moet dienen, in plaats van als subject dat een doel in zichzelf dient. Die pijn en kwetsuren leiden tot de denkpatronen op basis van onze vooronderstellingen en noodzakelijkheden die vervolgens de problemen veroorzaken. We zien de wereld door middel van onze vooronderstellingen zegt Bohm. Onze vooronderstellingen zijn onze waarnemers. ‘Als ik mijn gedachten aanschouw, maar me niet bewust ben van mijn vooronderstellingen, dan krijg ik een verkeerd beeld van de werkelijkheid, omdat het mijn vooronderstellingen zijn die waarnemen, die kijken, die luisteren’.
Bohm pleit voor het opschorten van onze meningen en reacties wanneer er iets gebeurt waar we het niet mee eens zijn of dat ons kwetst. Hij geeft handvatten in hoe je die gevoelens kunt opschorten zonder ze te onderdrukken. Hij introduceert het begrip ‘proprioceptie’ wat betekent dat we als mens in staat zijn ons denken waar te nemen (net zoals we ons eigen lichaam kunnen waarnemen). Dat we ons bewust zijn van ons denken. Onze geest bezit een soort ingebouwd vermogen tot zelfwaarneming, waardoor we door dit stilzwijgend proces van ‘je eigen denken aanschouwen’ tot zelfbewustzijn kunnen komen. Heel veel gedachten en reacties zijn een reflex. Op dat we gewoon zijn zo te denken, omdat onze gedachten onze persoon kenmerken en anderen dat inmiddels weten en van ons die voorspelbare mening verwachten. Onze gedachten zijn daardoor noodzakelijk geworden voor onszelf en de ander. Die noodzakelijkheid onderzoeken en proberen los te laten. Onze reacties even opschorten om tot die stilte van onderzoek te kunnen komen, dat is de ware aard van de dialoog. Met jezelf en met anderen.
Het gaat in de dialoog dus niet om wat je zegt, om de inhoud van je opvattingen, maar om de vraag waar die opvattingen vandaan komen. De dialoog is volgens Bohm gericht op ons gedachtenproces en probeert de manier waarop dat proces tot stand komt te veranderen. Wij zijn voornamelijk betrokken bij onze gedachten, maar we hebben meestal alleen aandacht voor de inhoud ervan en niet voor het ontstaan van die gedachten.
Het doel van de dialoog is volgens Bohm om onze eigen mening op te schorten en daarnaar te kijken, om te luisteren naar de mening van de ander en die eveneens op te schorten om erachter te komen wat alles te betekenen heeft. Welke vooronderstellingen liggen onder mijn mening en welke onder de mening van de ander? Die vooronderstellingen deel je vervolgens met elkaar in de groep. Maar elkaar overtuigen en overreden zijn dan niet aan de orde. Ieder mag een eigen mening hebben, ieder blijft vrij, maar die mening maakt geen onderdeel uit van het groepsproces. Evenmin gaan we de mening van de groep opleggen aan het individu, dat creëert immers weer onvrijheid bij de ander.
Bohm beschrijft vier fouten in ons denksysteem:
- We denken niet echt, we herhalen gedachtes. We pompen telkens dezelfde gedachtes rond. Als we een gedachte herhalen die we prettig vinden scheidt dit dopamine af in de hersenen, wat ons een fijn gevoel geeft en ons aanmoedigt nog meer op die manier te denken. We leiden zo aan een vorm van eigen gedachtenverslaving. Vaak weten we al hoe een persoon zal reageren op een kwestie. Hij deelt altijd zijn noodzakelijke gedachten, vooronderstellingen die afkomstig zijn uit opvoeding, school, kerk. Uit zijn eigen biografie. We zien dat ook terug in de manier waarop we op sociale media alleen die berichten liken en retweeten die onze eigen gedachten het beste weergeven.
- Het denken dat de problemen in de wereld signaleert, negeert dat die problemen zijn veroorzaakt door juist dat denken. We kunnen over onze gedachten blijven debatteren, maar we kunnen ook aandachtig kijken naar wat het denken hier aanricht en wat daar de grond voor is.
- We zijn niet in staat om te luisteren. We zijn verslaafd aan het herhalen van onze eigen gedachten en gevoelens. Hierdoor kunnen we in een gesprek of debat bijna nooit weergeven of samenvatten wat de ander daarnet gezegd heeft.
- Het idee van het geïsoleerde ‘ik’. Onze gedachten en gevoelens moeten veroorzaakt zijn door mij als denker en al mijn gedachten en gevoelens en zijn dus van mij. In groepen leidt dit tot het elkaar aftroeven en proberen te overtreffen. We sluiten ons op in ons misleidende zelfbeeld.
Bohm sluit af met een pleidooi om weer de brede verbinding en samenhang in alles met elkaar op te zoeken. Hij laat zien hoe die ‘kosmische’ verbinding verloren is gegaan door de nadruk op het individuele en het collectieve, de samenleving. Zowel het individuele als het collectieve verlangen er volgens Bohm naar om betekenis te krijgen in een groter geheel. De natuur, de wetenschap, de religie. Een groter geheel dat het individuele en collectieve overstijgt. Hij pleit voor een vrijplaats waar mensen kunnen samen komen, de tijd kunnen nemen en zich vrij en ‘leeg’ kunnen maken. Waar op basis van vertrouwen en kameraadschap (participatie) een dialoog kan ontstaan. Cynisme en pessimisme zijn dan niet meer nodig. De mens heeft een enorme potentie die gedwarsboomd wordt door triviale zaken.
Dit boekje is een aanrader in deze tijden van onzekerheid en gebrek aan houvast.
Bron: David Bohm, Over Dialoog. Helder denken en communiceren. Ten Have, 2018.
Jan, dankjewel voor deze samenvatting, heel interessante gedachten. En hoe lastig om niet meteen deze inzichten te willen koppelen aan mijn eigen denkbeelden – want een inzicht: ook ik ben natuurlijk aan mijn eigen gedachten verslaafd. Nou vooruit, ik moest ook aan deze recente column denken: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/melodie-voelt-vast-heel-diep-maar-ondertussen-laat-ze-wel-haar-zus-doodgaan~b7fa98a7/. Ik ga oefenen in het onderzoeken van mijn eigen en andermans waarnemingen en reacties.
Ha Mees, ja mooi hoe je dat beschrijft. Het zijn inzichten die je niet niet meteen op jezelf kunt betrekken. Ze leiden tot de meest fundamentele vragen aan jezelf over hoe je denkt en doet en de vanzelfsprekendheid die daar meestal mee gepaard gaat. Ik vond het boekje echt een cadeautje toen ik het las, meteen in de eerste week van de lock-down. Zette aan tot reflectie en de omstandigheden gaven me er ruim de tijd voor. Tot snel weer.