De regering van Israël bewijst geen enkele Jood, waar ook ter wereld, een dienst met haar onbeschrijfelijke wreedheden in Gaza. Het is terecht dat sommige burgemeesters moreel leiderschap tonen en zich uitspreken tegen deze wreedheden. Tegelijkertijd is Hamas geen haar beter – zelfs erger – omdat zij niet alleen anderen, maar ook hun eigen volk gewetenloos opofferen en afslachten.
Het probleem is dat kritiek op de Israëlische regering al snel klinkt als afwijzing van Israël zelf, en daarmee van Joden in het algemeen. Dat treft Joodse burgers dubbel: eerst vanwege de daden van hun eigen regering en vervolgens door publieke uitingen in andere landen. Dat zien we terug in onsmakelijke anti-Israël demonstraties, zoals recent in Katwijk. Joden verdienen bescherming, geen extra verdachtmaking.
Juist daarom moeten burgemeesters uiterst zorgvuldig communiceren als ze zich willen uitspreken. Moreel leiderschap betekent niet alleen het kiezen van de juiste woorden, maar vooral het bouwen aan verbinding. In hun eigen steden moeten burgemeesters Joden, christenen en moslims bij elkaar weten te brengen – niet tegenover elkaar. Verbroedering en samen vieren moet het doel zijn, desnoods met de Bijbel én de Koran in de hand.
De meeste invloed hebben zij niet op het wereldtoneel, maar in de straten van hun eigen stad – waar vervreemding, vijandigheid en haat nog kunnen worden voorkomen. Dáár ligt hun verantwoordelijkheid.