Skip to main content
Uncategorized

‘A man under a tree……’

By november 5, 2012No Comments

‘A man under a tree………..Je hebt geen muren nodig om te kunnen leren. Maar wil je toch muren, denk dan goed na hoe ze eruit moeten zien.’ Met deze quote begon Kenneth Gardestad vanmiddag zijn verhaal in de Kunskapsskolan school in Fruängen, een klein plaatsje iets ten zuiden van Stockholm. Kenneth is architect en won ooit een prijs voor de bouw van een school in het midden van Zweden. Daarop vroeg Kunskapsskolan hem om zijn concept verder uit te werken naar wat nu de gemeenschappelijke visie van de Kunskapsskolan scholen is. Eerst was er dus Kenneth, daarna Kunskapsskolan scholen.

“We human beings are affected by the rooms we act in. In the traditional school there are always corridors connecting classrooms. Those kinds of facilities are consuming areas without being very pedagogically effective. Schools Kunskapsskolan design, build and operates have no traditional corridors or classrooms. We have rooms of different sizes and character, because we all learn differently. All our premises are for study and learning, not only transportation, for small or bigger groups or for individual studies. And they are all designed to address different individuals´ different needs. That is my contribution to personalized education.  

Kenneth Gärdestad, Chief Architect at Kunskapsskolan.

Ik start deze blog met het verhaal van Kenneth vanwege zijn bepalende visie op gedrag van mensen binnen verschillende ruimten. Meer in het bijzonder het leergedrag van mensen. Het gaat om de mens, (dag)licht, kleuren, keuzemogelijkheden, bewegingsruimte en klimaat. Leerlingen zoeken elkaar op, kiezen liever niet voor kleine ruimten die leeg en afgesloten zijn, ze willen elkaar ontmoeten en contact hebben in een omgeving met een diversiteit aan keuzen. Als je wil dat de deuren van leerruimtes meest open staan zet er dan schuifdeuren in, van nature laat je die vanzelfsprekender open dan een gewone deur. Zorg dat leerlingen zich kunnen bewegen in de ruimte, dat ze elkaar kunnen zien, dat de ruimte hen helpt bij hun opdracht en de emotie raakt die het best past bij dat moment. ‘To remember a place is to remember a day.’ Die visie is de smeerolie van het hele Kunskapsskolan concept.

Nadat we in de ochtend uitermate gastvrij ontvangen werden op de Kunskapsskolan HQ, met koffie en Kannelbullar (Zweedse kaneelbroodjes, zie foto) kregen we een uitgebreide toelichting op het concept.

Het concept wordt gedragen door de pijlers: internet, cloud, collaborative, scalability, personalization, platform en glocal. Glocal als aanduiding dat je wereld groter is dan de eigen vertrouwde omgeving en je voorbereid moet worden om in die globale omgeving je eigen keuzes te maken. Wat opvalt is dat leerlingen in Zweden gezien en benaderd worden als klanten. Ouders krijgen een voucher waarmee ze hun kind mogen aanmelden op een school. School mag dan niet weigeren. Wanneer ouders niet tevreden zijn over die school kunnen ze hun kind van school halen en naar een andere brengen. Het legt een bepaalde nadruk op het centraal stellen van de leerling door het leerproces naar tevredenheid van ieder te organiseren met de hoogste leeropbrengst. Met die leeropbrengst zit het wel goed bij de K-scholen. Ze steken met kop en schouders uit boven de resultaten van niet K-scholen.

Het is verder een concept dat draait om het leerproces en de leerdoelen van de leerling. Die bepaalt de leerling zelf, met ondersteuning van ouders en vooral van hun mentor. De basis is het nationaal curriculum. Dat is beschreven en georganiseerd in stappen en thema’s http://bit.ly/SO6yPP die de leerling binnen een termijn variërend van vier tot zes weken doorloopt. De mentor is de spil in de begeleiding van dat proces. Iedere leraar is mentor en heeft een rol in het bewaken van het proces en het behalen van de leerdoelen. Een leerling mag elke leraar aanspreken voor hulp, ongeacht of die leraar zijn eigen mentor is. Leerlingen hebben een grote vrijheid om naar eigen niveau en tempo hun leerdoelen te realiseren. De mentor grijpt pas in wanneer een leerling laat zien de autonomie even niet in zijn eentje aan te kunnen.

ICT is aanwezig. Het is een vanzelfsprekende faciliteit. Maar scholen verschillen in de verhouding devices per leerling. Er zijn scholen die 1:1 hanteren, maar ook scholen die 1:5 voldoende vinden. BYOD (Bring Your Own Device) is een veel geziene oplossing, vooral vanwege kostenoverwegingen.

Het webportal met daarop de benodigde content is de drager van het hele concept. Anytime, anywhere, any place is het devies van het portal. Het is de omgeving waarop precies staat aangegeven wat de leerdoelen zijn, welke hulpbronnen beschikbaar zijn en op welke manier het thema afgerond moet worden. Altijd d.m.v. een presentatie en een evaluatie. Tussendoor met veel ruimte voor zelfstudie, maar ook verplichte ontmoetingen met andere leerlingen en leraren.

Het webportal vonden wij wel wat één-dimensionaal ingericht. Veel meer mogelijkheden dan lezen en luisteren waren er niet. Wat we zelf een groot gemis vonden was het ontbreken van directe communicatie via het portal tussen leraar en leerling. Toch net dat stukje extra om echt tijd- en plaats onafhankelijk te kunnen leren. Het ziet ernaar uit dat die mogelijkheid over twee jaar gerealiseerd is.

Een leraar werkt veertig uur per week. 22,5 uur zijn leerlinggebonden uren, 5 uur mentoraat en 12,5 uur voor andere taken. Leraren besteden 30% meer tijd met hun leerlingen dan leraren op niet Kunskapsskolan scholen. Elke mentor heeft de begeleiding over zo’n 20, maar maximaal 25 leerlingen.

Vanwege de veertig-urige werkweek hebben leraren minder lang grote vakantie. 2 Weken tijdens die vakantie worden ze ingezet om gezamenlijk te werken aan de kwaliteit en aanpassing van de content. Leraren krijgen alle ruimte om deze naar eigen inzicht aan te vullen. Deze content wordt overigens op nationaal niveau door zo’n twintig FTE leraren ontwikkeld en up to date gehouden.

Ze hanteren een strak kwaliteitsbewakingssysteem. Dat start met een businessplan in augustus en dat drie maal per jaar geëvalueerd wordt. Dat plan geeft aan op welke momenten leerlingen welke doelen en niveaus behaald moeten hebben. Leerlingen geven jaarlijks hun mening over de leraren. Die uitkomsten zijn uitermate positief.

Opvallend is dat wij heel veel onderdelen van het concept op verschillende plekken in Nederland herkennen en ook al toepassen, maar nergens zo in samenhang en systematisch als hier. En daar zit de kracht. Integraal bij elkaar brengen wat goed is en daar samenhang en systeem in aanbrengen ondersteund door een krachtige visie is wellicht het devies voor Nederland. Het vergt wel wat moed en richting om die schouders eronder te zetten. Maar het is zoals Anders Bauer van Kunskapsskolan zei: ‘Only the imagination sets the limits.’

 

Img_1231

Kannelbullar

 

 

Jan Fasen

Author Jan Fasen

More posts by Jan Fasen

Leave a Reply