Dat we het onderwijs moeten veranderen staat voor mij vast. Het huidige model confronteert ons met zoveel grote en vooral ingrijpende uitdagingen die we als gezamenlijke onderwijssector niet langer mogen negeren. We zullen met oplossingen moeten komen om deze uitdagingen te lijf te gaan. Ze benadelen anders te veel onze kinderen en daarmee onze samenleving. Niets doen is geen optie meer. Als schoolleider heb ik verantwoordelijkheid te nemen en in actie te komen. En met mij vele collega’s. Wanneer die uitdagingen de consequentie zijn van de manier waarop we nu werken in school en waar kinderen dus last, soms heel veel last, van hebben, hebben we als sector de plicht om in te grijpen. De uitdagingen die het huidige model aan ons stelt zijn:
- Nergens in de wereld zijn kinderen zo gedemotiveerd voor school als in Nederland (OESO 2016)
- Onderwijs zorgt voor kansenongelijkheid bij kinderen. (Onderwijsinspectie 2016)
- Er gaat per jaar €74.000.000 om in schaduwonderwijs. (Ministerie OC&W 2017)
- Minstens 4.500 leerlingen zitten thuis zonder school. (Ministerie OC&W 2019)
- Hoge uitval in het eerste jaar van het MBO en HBO. (Ministerie OC&W 2016)
- Professionele trots van leraren staat onder druk, hoge werkdruk, groeiend percentage burn out.
- Onderwijsinstituten zijn onvoldoende in staat om een antwoord te formuleren op de uitdagingen van de hedendaagse samenleving. (OECD 2008)
Wanneer dit niet voldoende redenen zijn om ons huidige model kritisch tegen het licht te houden en als de bliksem nieuwe alternatieven te ontwikkelen dan weet ik het niet meer.
Ik heb lang geaarzeld om het woord innovatie te gebruiken om een verandering in het onderwijs aan te duiden. Vooral vanwege de weerstand die het woord oproept in een publiek gefinancierde organisatie. Het wordt geassocieerd met bedrijfsmatige- en commerciële processen die ver weg lijken te staan van de processen in een school. Ik heb een poos de term modernisering gebruikt, maar die dekt gewoonweg de lading van de opdracht waar we voor staan niet. Die term is te voorzichtig, heeft iets cosmetisch en tendentieus in zich. Terwijl het hier gaat om het maken van duurzame alternatieven om een paar stevige uitdagingen op te lossen. Er moet afgerekend worden met het huidige model.
Innovatie in het bedrijfsleven gaat niet slechts om het maken van nieuwe dingen, maar om het creëren van waarde voor klanten waar ze voor willen betalen. De koffieboon bij Starbucks zal echt niet per se beter zijn dan bij een onverschillig andere etablissement. Toch zijn we bereid om bij Starbucks meer dan €4 voor een kop koffie te betalen, omdat het bedrijf erin geslaagd is een klantervaring te creëren in de vorm van ‘een derde plek’ – een ontmoetingsplaats tussen thuis en werk waar mensen kunnen ontspannen, praten en relaties leggen met elkaar. De waarde van een innovatie wordt door een klant gewaardeerd in de vorm van of en hoeveel hij ervoor wil betalen. (Mohanbir Sawhney 2006)
In een school ligt de waarde van een innovatie niet in hoeveel euro’s mensen voor het uiteindelijke resultaat willen betalen, maar veel meer in de mate waarin ze graag in die school willen werken of leren. (Hørup 2010) Ze maken die afweging op basis van het herkennen van belangrijke menselijke waarden zoals:
- voldoende uitdagend werk,
- de mate waarin er persoonlijke groei gestimuleerd wordt,
- het kunnen beschikken over voldoende autonomie,
- zich onderdeel voelen van een (lerende) gemeenschap,
- het hebben van voldoende betekenisvolle bevoegdheden en verantwoordelijkheden,
- voldoende mate aan zekerheid,
- of er voldoende hoge verwachtingen aan het werk gesteld worden,
- in welke mate er vertrouwen is in de mensen die er werken
- en of er een hoge kwaliteit nagestreefd wordt. (Jurgen Appelo 2014).
Deze nuancering in betekenis van het woord innovatie maakt het woord veel meer geschikt om te gebruiken in het onderwijs.
Join the discussion 2 Comments